
‘Dak- en thuisloze jongeren zijn geen probleemjongeren, maar worden wel zo neergezet’
“We hebben in ons land met ongeveer 12.600 dak- en thuisloze jongeren en steeds meer jongeren met schulden een groeiende groep jongeren die in de problemen zit. Ik zeg ook echt nadrukkelijk ‘in problemen zitten’. Ze hebben een probleem op financieel, persoonlijk of woonvlak, maar het zijn over het algemeen geen probleemjongeren. Dat woord ‘probleemjongeren’ roept zo’n sterk beeld op. We gooien daarmee jongeren die in het nauw zitten op één hoop. Dit zijn jongeren die kwetsbaar zijn, die in een situatie zitten die je niemand toewenst, maar waar we het in Nederland niet goed voor geregeld hebben.”
Wisselwerking tussen de maatschappij en beeld
“In hun boek Metaphors We Live By analyseren taalkundige George Lakoff en filosoof Mark Johnson de manieren waarop beelden ons denken mede beïnvloeden. Lakoff en Johnson suggereren we dat metaforen niet alleen onze gedachten levendiger en interessanter maken, maar dat ze ook daadwerkelijk onze waarneming en ons begrip structureren. Juist daarom is het zo belangrijk om preciezer te zijn in de letterlijke en figuurlijke beelden die we gebruiken. Een kop als ‘een stortvloed van vluchtelingen’ maakt dat de negatieve connotaties van een stortvloed (vernietigend, ongewenst, niet te stuiten) het debat mede bepalen.”
‘Beelden hebben een enorme impact op het maatschappelijk debat over thema’s als dak- en thuisloosheid.’
Beeldvorming rond jonge dak- en thuislozen in Nederland
“De afgelopen jaren zie je letterlijk mensen zonder dak of zonder huis als het thema dak- en thuisloosheid in de media voorbijkomt. Dat is heel logisch, want dat impliceert de term ‘dakloosheid’ ook. Het is een krachtig beeld. We gebruiken daarvoor vaak afbeeldingen van jongeren onder een brug of viaduct. Dat is vaak niet de situatie waar de jongeren zich in bevinden. Heel veel jongeren hebben vaak nog wel een dak boven hun hoofd, omdat ze kunnen slapen bij vrienden of in opvanghuizen. Ze missen echter het basisgevoel van een thuis en dat laat zich natuurlijk niet zo makkelijk afbeelden.”

Printscreen van google met zoekterm: dakloze jongeren
‘We krijgen te horen dat we zelf verantwoordelijk zijn voor ons eigen succes.’
“Hier ligt een belangrijke taak voor journalisten en beeldmakers. We moeten proberen om preciezer te zijn in de manier waarop we deze groep kwetsbare jongeren belichten. Daartoe moeten we ons goed verdiepen in hun leefwereld en problematieken. In het project Bouwdepot kiezen we dan ook heel nadrukkelijk voor een constructieve journalistieke aanpak; waarbij we verkennen hoe we de situatie van deze jongeren preciezer in kaart kunnen brengen en waar kansen voor verbetering zitten.”
“Daarnaast bestaat er een ander krachtig beeld rond deze jongeren: de manier waarop ze met geld en schulden omgaan. Jongeren tussen de 18 en 21 jaar waarbij de ouders niet kunnen voldoen aan de onderhoudsplicht kunnen met de 255 euro aan bijstandsuitkering die ze per maand ontvangen niet leven in een land als Nederland. Dat is logisch. Tijdens het Bouwdepot krijgen voorlopig tien jongeren die in deze situatie zitten een maandelijks inkomen van 1050 euro. Sommigen gebruiken het Bouwdepot om hun schulden af te betalen, en anderen maken financiële fouten. Een van de jongeren bestelde in de eerste maanden van het project te veel eten online. Dan is je eerste reactie: is dat nou zo slim? Natuurlijk is dat niet de slimste keuze, maar als ik eerlijk kijk naar de manier waarop ik zelf met het huishoudbudget omga en de foutjes die daar per maand in worden gemaakt, is het niet eerlijk om te oordelen over deze jongeren. Zo heb ik bijvoorbeeld flink wat concertkaartjes in de prullenbak moeten gooien. De optredens gingen door corona-afgelasting niet door. Al zit daar ook een pechfactor bij, die iedere miskoop omvat, en ik kan het gelukkig opvangen. Dat maakt het lastig. We zijn als samenleving kritischer op mensen die in de problemen raken, omdat we het idee meekrijgen dat we zelf verantwoordelijk zijn voor ons eigen succes.”
Nieuwe beelden
“Op journalistiek vlak is het doel in mijn ogen om te werken aan het opbouwen van een nieuwe beeldenbank. Journalisten gebruiken vaak de beeldbanken van Hollandse Hoogte en het ANP. Als je daarin zoekt op thema’s als dakloosheid en armoede kom je de beelden tegen die ik net besprak. Vanuit het lectoraat journalistiek en verantwoorde innovatie van de Fontys Hogeschool Journalistiek doen we onderzoek naar de manier waarop we door deze archieven kunnen scrollen en hoe dit soort afbeeldingen bepaalde frames rond dakloosheid in stand houden of versterken. Zwerfjongeren zijn naar eigen zeggen geen probleemjongeren, maar ze worden wel zo neergezet. Dat beeld moeten we bijstellen. Het is de hoogste tijd dat we nieuwe beelden gaan toevoegen aan de journalistieke beeldbanken, en we moeten in mijn ogen ook kijken hoe we journalisten daarin mee kunnen krijgen.”
“In dat proces moeten we zelf scherp blijven en onszelf steeds blijven afvragen of we niet hetzelfde trucje aan het herhalen zijn. Wat we bij de aanpak van het Bouwdepot ook onderzoeken is de vraag: hoe kunnen we journalisten die een rol hebben op dit thema meenemen in de discussie over de beeldvorming rond dak- en thuisloze jongeren, en hoe kunnen ze zich constructief verhouden ten opzichte van deze jongeren? Het is een discussiepunt, en dat geldt niet alleen voor dakloosheid; dat geldt voor iedere maatschappelijke discussie. We moeten het gedetailleerder bespreken en voorkomen dat we in algemeenheden blijven of het in zwart-witdenken gaan opschrijven. Dat kan soms een lekker stukje opleveren, maar daar zijn deze jongeren niet bij gebaat.”<
‘Het is de hoogste tijd dat we nieuwe beelden gaan toevoegen aan journalistieke beeldbanken.’
“In dat proces moeten we zelf scherp blijven en onszelf steeds blijven afvragen of we niet hetzelfde trucje aan het herhalen zijn. Wat we bij de aanpak van het Bouwdepot ook onderzoeken is de vraag: hoe kunnen we journalisten die een rol hebben op dit thema meenemen in de discussie over de beeldvorming rond dak- en thuisloze jongeren, en hoe kunnen ze zich constructief verhouden ten opzichte verhouden tot deze jongeren? Het is een discussiepunt, en dat geldt niet alleen voor dakloosheid; dat geldt voor iedere maatschappelijke discussie. We moeten het gedetailleerder bespreken en voorkomen dat we in algemeenheden te blijven of het in zwart-witdenken te gaan opschrijven. Dat kan soms een lekker stukje opleveren, maar daar zijn deze jongeren niet bij gebaat.”